Het competentiegebied “Praktijk” behandelt de kernportfolio-competenties. Het definieert veertien competentie-elementen. Deze bepalen de technische aspecten van het beheren van projecten, programma’s en portfolio’s. Laten we ze vandaag eens nader bekijken. Lees verder.
Individuele Competentie Baseline in het Praktijkgebied – inhoudsopgave:
- Praktijk 1: Ontwerp
- Praktijk 2: Doelen, doelstellingen en voordelen
- Praktijk 3: Omvang
- Praktijk 4: Tijd
- Praktijk 5: Organisatie en informatie
- Praktijk 6: Kwaliteit
- Praktijk 7: Financiën
- Praktijk 8: Middelen
- Praktijk 9: Inkoop en partnerschap
- Praktijk 10: Plannen en controleren
- Praktijk 11: Risico’s en kansen
- Praktijk 12: Belanghebbenden
- Praktijk 13: Verandering en transformatie
- Praktijk 14: Selecteren en balanceren
Praktijk 1: Ontwerp
Ontwerp beschrijft hoe de vereisten, wensen en invloeden van een of meer organisaties worden geïnterpreteerd en geëvalueerd door een individu en vervolgens worden vertaald naar een hoogwaardig ontwerp van het project om de hoogste kans op succes te waarborgen. Vanuit de analyse van de externe context schetsen we een voorlopig plan van de algehele architectuur van hoe het project moet worden opgezet, ontwikkeld en beheerd.
Dit omvat middelen, fondsen, doelstellingen van belanghebbenden, voordelen en organisatorische veranderingen, risico’s en kansen, governance, eindproduct, prioriteit en meest urgente kwesties. Aangezien alle externe factoren en succescriteria (en/of hun waargenomen relevantie) vaak in de loop van de tijd veranderen, moet dit initiële plan periodiek worden herzien om het actueel te houden.
Praktijk 2: Doelen, doelstellingen en voordelen
Elk project wordt geïnitieerd omdat interne en externe belanghebbenden winst willen maken. Dit competentie-element beschrijft de redenen waarom het project bestaat – welke doelen en voordelen moeten worden bereikt, welke taken moeten worden uitgevoerd en welke vereisten van belanghebbenden moeten worden vervuld.
Al deze kwesties komen voort uit de behoeften, verwachtingen, vereisten en strategische doelen van de organisatie die de belanghebbenden vertegenwoordigen. De bedoeling van dit competentie-element is om het individu in staat te stellen een link te leggen tussen wat de belanghebbenden zoeken en wat het project beoogt te leveren.
Praktijk 3: Omvang
Omvang definieert de specifieke focus of inhoud van het project. Het beschrijft outputs, resultaten, voordelen en het werk dat nodig is om deze te produceren. Bovendien beschrijft het wat geen deel uitmaakt van het project. In wezen definieert de omvang zijn grenzen. Dit competentie-element is ontworpen om het individu te helpen begrijpen waar de projectgrenzen liggen om het te beheren en te controleren, en om te leren hoe het invloed heeft (en wordt beïnvloed door) beslissingen met betrekking tot het beheer en de uitvoering ervan.
Praktijk 4: Tijd
Dit competentie-element omvat het plannen van alle fasen en taken van een project in de tijd om de uitvoering ervan te optimaliseren. Het doel van planning is om te bepalen wanneer bepaalde taken moeten worden uitgevoerd, zodat de uitvoering van een gegeven project zo efficiënt mogelijk zal zijn. Taken moeten daarom worden geanalyseerd, bij voorkeur grafisch worden gepresenteerd in een diagram of schema, en toegewezen aan de juiste mensen of teams. De duur van elke taak moet worden geschat en in de tijd worden geplaatst. Dit zal ervoor zorgen dat de volgorde van activiteiten wordt gehandhaafd en dat het hele proces wordt geoptimaliseerd.
Praktijk 5: Organisatie en informatie
Het omvat de definitie, implementatie en het beheer van de tijdelijke projectorganisatie. Het definieert vereiste rollen en taken, evenals effectieve communicatie binnen een organisatie. Dit competentie-element omvat ook het creëren en opslaan van documentatie, evenals het plannen van communicatieprocessen en human resources. Het zorgt voor een efficiënte informatiestroom tussen mensen en hoogwaardige besluitvorming.
Praktijk 6: Kwaliteit
Kwaliteit in een project kan op twee manieren worden begrepen. Ten eerste betekent het de kwaliteit van het proces zelf – dat wil zeggen, de manier waarop het project is georganiseerd. Het verwijst naar de invoering, implementatie en controle van normen, en het handhaven van kwaliteit in elke fase van het project. Aan de andere kant betekent het het beheren en controleren van de kwaliteit van de producten en resultaten van het gehele project. Het concept van kwaliteit verwijst naar het gehele project, van de initiatie tot de overdracht van de voltooide oplossing.
Praktijk 7: Financiën
Het concept van financiën omvat alle activiteiten die verband houden met het schatten, plannen, uitgeven en controleren van de middelen die in en uit een project stromen. In de beginfase van het project moet het individu bepalen welke kosten noodzakelijk zijn voor het project – dit wordt het definiëren van het budget genoemd. Het individu moet ook acties ondernemen met betrekking tot de manier waarop het project wordt gefinancierd of gefinancierd.
Praktijk 8: Middelen
Dit competentie-element omvat het definiëren, verwerven, controleren en ontwikkelen van alle middelen die nodig zijn om de doelstellingen van het project te bereiken. Deze middelen kunnen mensen zijn, maar ook hun kennis en ervaring, faciliteiten, apparatuur, materialen of gereedschappen, enz. – alle goederen die nodig zijn om de geplande taken uit te voeren en de gestelde doelen te bereiken. Deze competentie definieert hoe middelen te verwerven en te gebruiken, te optimaliseren en te controleren voor de best mogelijke efficiëntie van het project.
Praktijk 9: Inkoop en partnerschap
Het omvat alle processen van inkoopplanning tot aankoop en contractbeheer. Het stelt je in staat om de beste beschikbare waarde van een bepaalde leverancier of partner te krijgen, wat helpt om de beste waarde voor de koper en de organisatie te leveren.
Praktijk 10: Plannen en controleren
Gebaseerd op het ontwerp, vormen al zijn elementen een gebalanceerd plan. De uitvoering ervan moet worden gecontroleerd en regelmatig worden bijgewerkt, rekening houdend met veranderingen die zich voordoen in het project of de context ervan. Deze competentie combineert alle noodzakelijke informatie en stelt besluitvorming mogelijk. Het essentiële cyclische proces omvat successief: plannen, uitvoeren, monitoren en corrigeren van het plan of de uitvoering ervan.
Praktijk 11: Risico’s en kansen
Het houdt zich bezig met de identificatie, beoordeling, strategieplanning en controle van risico’s die binnen een project ontstaan. Goed risicomanagement en kansen kunnen besluitvormers helpen om geïnformeerde beslissingen te nemen op basis van beschikbare informatie en prioriteiten toe te wijzen aan specifieke activiteiten. Risicomanagement is een doorlopend proces – het vindt dus plaats gedurende de levenscyclus van het project.
Praktijk 12: Belanghebbenden
Dit competentie-element omvat het identificeren, analyseren, betrekken en beheren van de attitudes en verwachtingen van belanghebbenden. Het belangrijkste doel van dit competentie-element is ervoor te zorgen dat het individu de betrokkenheid van belanghebbenden behoudt door effectief de verwachtingen en belangen van belanghebbenden te beheren, evenals hun impact op het project.
Praktijk 13: Verandering en transformatie
Verandering (d.w.z. het verbeteren van de huidige situatie, met het verleden in gedachten) en transformatie (d.w.z. de ontwikkeling van nieuwe situaties, gebaseerd op een visie op de toekomst) stellen de processen, tools en technieken in staat waarmee een organisatie en haar medewerkers wijzigingen kunnen aanbrengen die leiden tot de aanname en implementatie van een verandering. Dit maakt het mogelijk om de verwachte resultaten en het succes van het gehele project te bereiken.
Praktijk 14: Selecteren en balanceren
Dit is het laatste competentie-element. Het beschrijft het selecteren en balanceren van componenten van portfolio’s. Het richt zich op het evalueren, selecteren en monitoren van de prestaties van projecten en programma’s, en ervoor zorgen dat het portfolio als geheel optimale voordelen voor de organisatie oplevert.
Je hebt zojuist een artikel gelezen over de Individuele Competentie Baseline in het Praktijkgebied. Lees ook: Hoe grote problemen in projectmanagement aan te pakken.
Als je onze inhoud leuk vindt, sluit je dan aan bij onze drukke bijengemeenschap op Facebook, Twitter, LinkedIn, Instagram, YouTube, Pinterest.
Caroline Becker
Als projectmanager is Caroline een expert in het vinden van nieuwe methoden om de beste workflows te ontwerpen en processen te optimaliseren. Haar organisatorische vaardigheden en het vermogen om onder tijdsdruk te werken, maken haar de beste persoon om ingewikkelde projecten werkelijkheid te laten worden.